Naar Cairns
Het dinolabo
Windmolenpark
8 april - 15 april 2007
Zondag deden we nog wat inkopen en gingen we tanken om alweer aan een lange tocht te beginnen. We reden van Katherine 639 km naar Three Ways. Daar sloegen we linksaf en verbleven op een restarea.
Maandag reden we 662 km tot Mount Isa, een lange baan rechtdoor. We verbleven er op een mooi campingske met een ijskoud zwembad. Een eerste echte verfrissing sinds lang.
Dinsdag bezochten we het Riversleigh Fossil Centre. Daar zijn fossielen tentoonsgesteld van de vroegere inheemse fauna, zoals reusachtige wombats, emoes, buidelleeuwen, enz. Om 10u begon er een rondleiding in het laboratorium, wat heel interessant was. Daarna begonnen de problemen. We gingen naar een garage omdat er iets rammelde aan onze bus. Ze hebben dan ergens wat rubberkes vervangen en vroegen veel te veel geld voor 1 uur werk. We reden weg en hoorden het gerammel nog altijd. Redelijk kwaad omdat ze ons weer in het zak wilden zetten, reden we terug naar de garage. Na veel discussie hebben aan onze wagen gewerkt en het gerammel was dan toch min of meer gedaan. Daarna hebben we nog een Frans koppel afgezet aan de camping die net hun wagen naar het autokerkhof hadden gebracht. Dus wij mogen niet klagen. In de late namiddag reden we 110km tot Cloncurry en sloegen we weer eens linksaf.
Woensdag reden we 406 km tot Normanton, waar we eens rechts afsloegen. Vandaar was het nog 708 km naar Cairns. Onderweg verbleven we weer op een restarea, maar deze keer lag ze net naast de baan. Roadtrains passeerden hier de hele nacht en het is precies of er een vliegtuig landt naast de wagen.
Donderdag vertrokken we vroeg in de morgend. Het laatste stuk ging via heuvels en haarspelbochten tot in Cairns. Het was een hele aanpassing om zoveel bochten te nemen op een korte afstand. Normaal deden we 1 bocht om de 100 km. Ook al regende het pijpenstelen, het landschap deed ons denken naar Nieuw-Zeeland. In Cairns aangekomen gingen we onmiddellijk naar het infocentre en hingen we overal papieren omhoog om onze auto te verkopen.
Vrijdag gingen we alle interimbureaus af voor werk. In Forde Interim hadden we direct prijs. We konden direct gaan voor een interview en mochten zaterdag aan ons eerste jobke beginnen. We hadden nog meer geluk want we konden onze auto tonen aan een Engels koppel die in een buske geinteresseerd waren.
Zaterdag lieten we ons buske aan een louche Franse typ zien. Hij kocht buskes op voor weinig geld en verkocht ze dan door voor veel meer. Daarna moesten we zwarte schoenen, zwarte broek en een wit hemd gaan kopen om in het Convention Centre op te dienen. Het toppunt was dat we net alles gekocht hadden en daar een uniform kregen!
Zondag deden we de was, gingen op internet, naar de winkel,... met andere woorden moederke en vaderke gespeeld.