Wednesday, January 31, 2007

21 januari 2007
Na het ontbijt kwam de buurvrouw van Laurel langs voor een theeke. Maar daarna was het tijd om afscheid te nemen. Dit was moeilijker dan we dachten en Laurel moest zelfs een traantje wegpinken. We brachten dan onze huurauto terug naar Auckland en daar zat ook Laurel haar dochter ons op te wachten. We mochten bij haar thuis even het internet gebruiken en kregen weer geweldig lekker eten. Tegen 16.30u brachten Jude en haar man ons naar de luchthaven in hun splinternieuwe Holden Commedore. Om 18.30u vertrok onze vlieger richting Sydney en na 3 ,5u viegen kwamen we daar toe. Het was daar nog 40°C en dus veel te warm om met rugzakken te sleuren of iets anders te doen. We belden enkele backpackers op om te zien of ze nog plaats hadden en namen dan de gratis bus naar Central Station in Sydney. We stapten dan over op een andere bus naar Billabong Gardens, onze backpacker.

Op bezoek bij Laurel en Maree

Laurel, Maree en Tom

20 januari 2007
In Ngatea zijn we gaan ontbijten en gingen we naar Laurel en Maree. We hebben hen al eens bezocht in het begin van onze reis en beloofden terug te komen op het einde. We werden weer hartelijk ontvangen bij hen en hebben wat bijgepraat met een koffieke en theeke. In de late namiddag hebben we onze rugzakken gepakt en gezien wat we aan haar konden geven. Tegen de tijd dat dit gedaan was, konden we weer van een heerlijke maaltijd genieten. Ze regelde ook nog een lift voor ons van Auckland naar de luchthaven voor de volgende dag.

Fletcher Bay

Chillen op het strand

19 januari 2007
We reden nog verder naar het noorden, maar helaas was de weg tussen Colville en Port Jackson niet geasfalteerd. We reden 29 km op gravel met scherpe bochten en diepe afgronden. In Port Jackson was het echt supermooi, maar wij reden door naar Fletcher Bay, waar het nog mooier was. Hiervoor moesten we zelfs door een rivierke rijden. Daar aangekomen hebben we gegeten en eens een hele namiddag gerelaxt, de eerste keer in 2 weken. We hebben zelfs eens in de zee kunnen zwemmen zonder wetsuit, maar het was nog serieus koud. Om een slaapplaats te vinden, moesten we helemaal tot in Thames rijden.

De Coromandel

Cathedral Cove

Hot water beach

18 januari 2007
We reden naar Hot Water Beach, waar vanaf 11u het laagtij was en dan konden we een gat graven in het zand. Direct onder het zand bevinden zich namelijk warmwaterbronnen die uitmonden in zee. Wij hebben geen gat gegraven, maar wel gelachen met de 200 toeristen die op 20m² stonden te graven of al in hun waterpoel zaten. We zijn er wel eens met onze voeten in gaan staan en op sommige plaatsen was het water echt kokend heet. Gelukkig brachten de golven van de zee afkoeling. Daarna reden we door naar Cathedral Cove aan de baai van Hahei. Daar begon de wandeling tot aan de cove. Onderweg werden we nog getrakteerd op mooie uitzichten over de baai met haar vele eilandjes en rotsformaties. Toen we aan de Cathedral Cove kwamen, waren we verrast hoe mooi en groot het was. Ook het strand was prachtig en ideaal om te zwemmen, maar helaas dachten de vele andere toeristen daar hetzelfde over. Wij wilden gaan snorkelen in Gemstone Bay, maar helaas was het daar onmogelijk om met blote voeten in het water te gaan. ’s Middags heb ik volgens Tom een geweldige maaltijd gemaakt met veel fruit en een beetje chocolade en kaas.
In Coromandel Town aangekomen, begonnen we een verblijfplaats te zoeken. Helaas waren er geen goedkope hotelkamers vrij en de campings zaten ook vol. We reden dan meer naar het noorden richting Colville, waar we nog een camping vonden. Wanneer we daar onze tent uitpakten hadden we veel beziens van enkele Nieuw-Zeelanders. Ze vroegen zich af hoe we met twee in dat kleine tentje zouden passen. Ik pas er net in, maar Tom is iets te lang en kan zijn benen niet strekken in de tent. Later die avond trakteerden ze ons wel op een paar pintjes. Het was een heel gezellige avond en we zagen zelfs een komeet overkomen.

Souvenirjacht

17 januari 2007
Een souvenir kiezen is niet makkelijk als er heel veel keuze is! Uiteindelijk hebben we er ééntje gevonden, maar helaas konden we dit niet opsturen naar huis met de gewone post, omdat het te lang is. We besloten dan maar om het mee te nemen naar Australië en het daar aan een vriendin van Natalie te geven tot we terug naar huis vertrekken. Maar nu konden we eindelijk naar het Coromandel Peninsula vertrekken. In Whangamata vonden we een camping die veel te duur was en we moesten ons ergens tussen proppen met ons tentje. Het is ongelooflijk hoeveel mensen en tenten er op zo’n klein stukje gras stonden.

Te Puia

Maori warrior

Pohutu Geyser



16 januari 2007
Natuurlijk was het aan het regenen toen we ‘s morgens onze tent moesten afbreken. We misten ons buske al heel hard! We brachten een bezoek aan Te Puia, een Maori village, waar we direct mee konden met een gids. Zij liet ons eerst het meetinghouse (Marae) van de Maori’s zien, waar ze al hun feesten houden. Er waren ook enkele studenten van de Maori Arts and Crafts School hout aan het snijden. Elke figuur die zij snijden is een deel van een verhaal. De Maori’s hadden vroeger geen geschreven taal, dus vertelden ze op die manier hun verhalen. Dan gingen we verder naar het kiwihuisje, waar we eindelijk kiwi’s te zien kregen. Dit zijn enorm schattige vogels die met uitsterven bedreigd zijn. Verder kregen we ook nog enkele historische woningen van de Maori’s te zien. Dit waren zeer lage houten huisjes met heel lage deurtjes. Wanneer de mannen niet thuis waren, moesten de vrouwen zichzelf en hun kinderen kunnen beschermen. Wanneer er dan iemand hun huis probeerde in te dringen, moesten deze zich eerst bukken om door de deur te gaan. Op dat moment konden de vrouwen heel hard op de aanvallers hun hoofd slaan met een knuppel of ander wapen. (Kim: Ik vind het een heel efficiënte manier om venten te leren niet te lang op café te zitten:) Toen we nog verder wandelden kwamen we bij het Whakarewarewa Thermal Reserve. Daar bevindt zich de Pohutu Geyser, de grootste geiser van NZ die het water tot 25m hoog de lucht in blaast. Verder kwamen we nog andere geisers, modderpoelen en blue pools tegen. Om 13u kregen we een Maori-concert te zien. De toeristen moesten eerst een leider kiezen. Dan kwam de Maori Chief naar ons om te kijken of we in vrede kwamen, we kregen een verwelkoming en werden we binnengeleid in hun meetinghouse. Onze leider moest dan een Hongi (neus tegen neus) doen met de Maori warriors. Vervolgens werd er een speech gegeven en veel gezongen. De vouwen deden ook enkele Poi Dances, waarbij ze zongen en terwijl met ballen en een vlaggen zwaaiden. Verder deden ze ook nog een traditioneel stokkenspel. De mannen deden ook nog een dans met speren en andere wapens waarmee ze normaal hun tegenstanders imponeren.
In de namiddag hebben we wat rondgewandeld in Rotorua en uitgekeken naar een souvenir.

Rotorua - rotte eieren

15 januari 2007
Om 9u hadden we terug afgesproken met Ellen. Maar ook vandaag waren er weer problemen om ons geld te krijgen. Uiteindelijk hebben we een deel cash gekregen en het ander deel heeft ze overgeschreven op ons rekening. Na het invullen van de papieren voor de change of ownership, haalden we onze huurauto en reden we Rotorua. We verbleven op een chique camping, maar door de vulkanische activiteit stonk het er naar rotte eieren.

De grote verkoop

Ellen, het meisje dat onze auto kocht
14 januari 2007
Om 7u stonden we op om ons klaar te maken voor de grote verkoop. We zwierden al ons gerief in het kuiskot van de camping en vertrokken. Op Ellerslie Racecourse aangekomen, moesten we al direct 30 dollar betalen om op de carmarket te mogen staan. Toen we binnen reden ontdekten we al vrij snel dat onze prijs vrij hoog lag tegenover die van andere buskes. Er kwamen wel enkele backpackers kijken, maar het waren geen kopers. Dan sprak ik toevallig een meisje aan waarvan ik dacht dat ze de bus naast ons probeerde te verkopen. Maar we hadden chance, ze was zelf op zoek naar een buske. We moesten haar dus zien te overtuigen van de kwaliteit van ons buske. En dat kon in het Vlaams, want zij was een Nederlandse! Ik heb nog nooit 2 mensen zo’n geweldig team weten te vormen om iets verkocht te krijgen. Ze kon een testrit maken en wij legden haar vanalles uit over de motor en batterij, want ze kende niks van auto’s. En ja, uiteindelijk besloot ze ons bus te kopen. We reden met haar naar de bank om geld af te halen, maar helaas werkte haar creditcard niet en op zondag is er in heel Auckland maar 1 bank open. We hebben dan een voorschot gevraagd en moesten de volgende dag met haar naar een andere bank. Wij gingen ondertussen al eens kijken voor een huurauto voor een week.

Eindelijk in Auckland

13 januari 2007
Vanuit Tauranga reden we binnendoor naar Auckland. Daar zochten we een camping en vonden we er 1 in Avondale, niet ver van de stad. We hebben daar ons buske op orde gezet, want de volgende dag wilden we het absoluut verkopen op . We waren precies niet de enigen op die camping die dat idee hadden, er was zelfs een koppel bezig met het kuisen van hun buske en de jongen was het zelfs nog een beetje aan het bijschilderen.

Een lange weg naar Auckland

12 januari 2007
Na een lekker ontbijt konden we naar de film van de Wanganui River kijken. De Mike had toen de hele tijd gefilmd en voor ons ook een kopie gemaakt. We hebben daar ook onze foto’s op cd mogen zetten. Maar helaas gaf hij ons een dvd en zette onze foto’s erop met een speciaal programma. Daarom lukt het ons niet om van de afgelopen dagen foto's te publiceren. Na weer een geweldige lunch namen we afscheid en reden we naar Tauranga.

Op bezoek bij Mike en Liz

11 januari 2007
We hebben een paar uur gereden voor we in Gisborne aankwamen. Daar zijn we gezellig gaan picknicken op het strand. We hadden juist alles opgegeten wanneer het begon te stortregenen en onweren, maar zelfs dat kreeg sommige mensen niet uit de zee. Wij zijn dan maar een boekske beginnen lezen in onze bus. Daarna zijn we naar Mike en Liz gereden. De Mike is de kerel van 74 jaar die we leerden kennen op de Wanganui River. Het was echt tof om hem nog eens te zien. Ze hadden een heel mooi huis in een rustige buurt met uitzicht op de zee. Hij had een stoofpot gemaakt voor ons en Liz zorgde voor een lekker dessert. We zijn ook nog een beetje op het strand gaan wandelen en Tom heeft met hun 2 honden gespeeld met als gevolg dat ze alle 3 volledig nat waren en onder het zand hingen. Na nog wat te eten en drinken gingen we slapen, voor de 1e keer in 2 maanden in een echt bed. Veel genoten hebben we niet, want de kamer zat vol muggen. We hebben er 5 kunnen vangen, maar de rest is ontsnapt.

Tuesday, January 30, 2007

Taumatawhakatangihangakoauauotamateapokaiwhenuakitanatahu

10 januari 2007
Om 8u moesten we van de parking van het Te Papa Museum en begonnen we aan onze lange tocht naar Napier. Ontbijten deden we ergens in Featherston, met uitzicht op grote waterreservoirs. In Masterton kozen we voor een alternatieve route naar Hastings en Napier. We passeerden Pongaroa en voor Porangahau kwamen we aan de plaats met de langst naam te wereld: Taumatawhakatangihangakoauauotamateapokaiwhenuakitanatahu. De langste naam voor een klein heuvelke van 305m hoog. Probeer dat maar eens te zeggen zonder haperen! De naam komt van een belangrijke krijger die steeds een naam bij kreeg voor zijn weldaden. Wanneer zijn broer werd vermoord op die plaats ging hij altijd muziek spelen bovenop die heuvel.
In Napier aangekomen gingen we naar de gebouwen in Art Deco kijken. De stad is in 1930 volledig verwoest door een aardbeving. In korte tijd hebben ze de stad weer helemaal opgebouwd in die stijl, want dat was toen de mode.
Iest buiten de stad, in Westshhore, gingen we kamperen en uitrusten voor de volgende lange rit.

Te Papa Museum

9 januari 2007
Om 7 u ’s morgens moesten we inchecken voor de ferry. De overtocht naar het Noord Eiland verliep deze keer iets rustiger en daar waren we blij om. In Wellington aangekomen reden we direct naar het Te Papa Museum. Het museum telt 6 verdiepingen en ze raden aan om eerst de bovenste verdieping te doen en dan naar beneden te komen. Alles Te Papa draait rond de geschiedenis van Nieuw-Zeeland. We konden op een toffe manier ontdekken hoe NZ is ontstaan, wat de oorspronkelijke fauna en flora is en welke dieren zijn uitgestorven door de komst van de blanken. We kregen ook een beeld van de Maori’s en hoe zij leefden voor de komst van de blanken. Verder had je een verdieping met schilderijen en één met gouden en zilveren voorwerpen die in NZ gemaakt zijn. Het spijtige aan het museum is dat het te groot is om in 1 dag te doen en het is zeer veel informatie dat je in 1 keer moet verwerken. Het toffe aan het museum is dat we op de parking mochten overnachten.

Tuesday, January 16, 2007

Walvissenjacht

8 januari 2007
Vanochtend was het om 6u appel aan bed. Veel te vroeg opstaan dus, omdat we vandaag naar walvissen gingen kijken. In het Kaikoura Whale Center kregen we eerst een informatieve video over Kaikoura en haar bewoners van de zee. Om 7.15u namen we de bus richting haven. Daar stapten we op onze boot, de Aoraki, genoemd naar een God van de Maori's. Eens we voorbij het schiereiland waren, kwamen we in open zee met golven van meer dan 2 meter hoog. En dat hebben we gevoeld! 3/4 van de mensen op onze boot heeft moeten overgeven, including Kimmeke Bevers. Ik denk wel dat dankzij haar zelfbereid aas, de walvissen naar ons toe gekomen zijn. (Kim: "Mijne nonkel was er deze keer niet om de walvissen te lokken, dus moest ik het doen".) Ondanks dat er veel mensen ziek waren (sommigen hebben enkel hun kotszakje gezien), was de tocht echt de moeite. Na 20 minuten kwamen al een groep vluchtende Dusky Dolphines tegen. Ze waren op de vlucht voor orka's die daar kwamen jagen. Ze zwommen ongelooflijk snel waardoor het moeilijk was om ze te fotograferen. Maar het zijn echt knappe beestjes. Dan op naar de volgende attractie, de Spermwhales. Van de walvissoort met tanden, is dit de grootste met een lengte van meer dan 20 meter. Er bestaan nog grotere, met balijnen, zoals de Big Blue Whale. Wij zagen 2 groepen van 2 grote mannetjes.

Vervolg komt nog!

Op weg naar Kaikoura

7 januari 2007
Addington Raceway is gesloten tot 14 januari. Geen automarkt dus! Een Duitser raadde ons aan om naar Backpackers Carmarket te gaan. Daar waren er dus enkel verkopers, maar geen enkele koper. We besloten dan maar om op 1 week naar Auckland te rijden en onze bus daar te verkopen op de automarkt.
De rest van onze dag reden we naar Kaikoura. Tom kon mijne rijstijl niet aan en werd serieus ziek in de auto. Toen we in Kaikoura aankwamen zag hij er echt niet goed uit en heeft hij de meeuwen een warme onverteerde maaltijd bezorgd. mmmm

Christchurch

6 januari 2007
's Morgens reden we naar het informationcenter van Christchurch voor een deftige kaart van de stad en omgeving. Onze bedoeling was om onze bus daar te verkopen. Daarom gingen we eens een kijkje nemen bij de Backpackers Bazaar waar ze auto's kopen en verkopen. Slecht nieuws, onze auto wilden ze zelfs niet wegens teveel roest. We zijn dan naar het All Seasons Holydaypark gereden waar we onze bus van binnen en van buiten mochten kuisen zodat we hem de volgende dag konden verkopen op een automarkt.
Op de camping hebben we 2 australische families die ons uitnodigden om bij hen op bezoek te komen als we daar passeren.

Van Dunedin naar Christchurch

5 januari 2007
Vroeg in de ochtend vertrokken we vanuit Dunedin richting Christchurch. Onze eerste stop was aan de Moeraki Boulders, dit zijn ronde zwerfkeien die soms tot 2 meter groot zijn. Het zijn ophopingen van mineralen, die 50 miljoen jaar geleden zijn ontstaan, in de klei-achtige zeebodem. Ze hadden er wel juist een bus toeristen gedropt en die moesten natuurlijk in onze weg komen lopen :)
Dan reden we verder tot in Oamaru. Het is gekend voor zijn gebouwen in witte kalksteen. We bezochten daar het lokale kunstmuseum en liepen door de Tyne Street. Dit is een oude handelswijk waar nog steeds pakhuizen, vervallen winkels en kroegen van 200 jaar geleden te bezichtigen zijn. Heel schilderachtig. Mensen liepen er ook nog rond in de kledij van de tijd van de walvisjagers.
In Ashburton verbleven we op een camping. Spijtig genoeg stond ons buske onder een boom en begon het te regenen. Ik (Kim) kon niet slapen omdat de druppels veel te veel lawaai maakten en ben met het busje over de camping gaan rijden terwijl Tom vanachter lag te slapen. Hij verschoot wel toen hij wakker werd en zag dat we in het midden van een grasplein stonden, zonder bomen.

Otago Peninsula

4 januari 2007
Vandaag werden we om 11.45u verwacht in het Royal Albatross Center op het Otago Peninsula. Om 12u begon onze toer en ontmoetten we onze Belgische gids, den Tom uit Gent. Hij gaf ons eerst meer uitleg over de Northern Royal Albatross, de vijfde grootste albatros die er bestaat. De Wondering Albatross is de vogel met de grootste vleugelspanwijdte ter wereld, meer dan 3 meter. Dit centrum is heel speciaal omdat het de enige kolonie albatrossen is, die op het vasteland leeft. Na de uitleg zijn we de vogeltjes ook gaan observeren, vanuit een grote observatiepost boven op de heuvel. Het was zeker de moeite, alleen spijtig dat de vogels niet wouden uitvliegen. Daarna bezochten we Fort Taiaroa. Het werd gebouwd om de haven van Otago te beschermen tegen Russische en andere invasies in de jaren '88. Het spectaculairste deel van het fort is het Armstrong Disapearing Gun. Een kanon waarvan de loop kan verstopt worden onder de heuvel, door middel van een hydraulische pomp. Dit kanon werd eigenlijk nooit gebruikt in oorlogsituaties, enkel voor oefeningen. Het was eigenlijk ook niet zo efficient, want het kan maar 1 granaat per keer afvuren en je zag de rook van kilometers ver.
We zijn naar de Sandfly Bay gereden om pinguins te zoeken, maar ze waren er niet.
In Dunedin zelf zijn we nog een keer naar het Settlers Museum geweest omdat we nog een deel niet hadden gezien.
We zijn ook het oude station gaan bezoeken, dit is een mengelmoes van verschillende architecturale stijlen.
We zijn voor de eerste keer naar een echt restaurant geweest, maar de biefstuk frit viel serieus tegen.
Maar de dag was nog lang niet gedaan! We zijn de werelds steilste straat nog gaan bezoeken, de Baldwin Street. Deze hebben we dan ook eens beklommen. Op onze terugweg bezochten we ook nog de prachtige botanische tuinen van de stad. Naast de prachtige flora hadden ze ook nog een collectie tropische vogels.

Helaas kunnen we vanaf deze dag tot 14 januari geen foto's op het internet zetten. Onze foto's zijn op dvd gebrand in een programma dat de meeste computers niet kunnen lezen. Jullie zullen nog 4 maanden moeten wachten of tot we een oplossing vinden voor dit probleem.

Monday, January 15, 2007

Dunedin



3 januari 2007
Van Milton reden we door een heuvelachtig landschap naar Dunedin. Daar bezochten we de oudste kerk van Otago, waar een oude man ons meer uitleg gaf. Om deze kerk te bouwen, hebben ze blijkbaar een hele heuvel weggegraven. Daarna gingen we naar het Settlers Museum. Een museum ter ere van de eerste Europeanen en Aziaten die zich in NZ vestigden. Er werd meer uitleg gegeven over het harde leven van de eerste settlers. Deze kwamen vooral om goud te zoeken, maar de goudkoorts heeft hier niet lang geduurd. Er waren ook tentoonstellingen over oude vervoersmiddelen, zoals stoomtreinen en koetsen. Verder zijn er ook nog zalen ingericht met andere thema's, zoals boten waarmee ze naar hier kwamen, foto's met de eerste settlers,... Heel interessant.

Catlins





2 januari 2007
Onze eerste stop was Lake Wilkie, met zijn unieke flora. Er leefde zelfs plankton in, maar vissen werden er nooit gevonden.
Iets voorbij Tautuku Bay hadden we vanop de Florence Hill een mooi uitzicht over de geweldige baai met goudgele zandstranden.
Na Papatowai, kwamen we bij de Matai Falls van de MacLennon River. De nabijgelegen Purakaunui Falls waren zelfs nog mooier. Dat was te merken aan de hoeveelheid toeristen die daar allemaal 20 foto's moesten trekken vanuit 20 verschillende oogpunten.
We zijn ook nog naar den Jack zijn spuitgat gaan zien in Jack's Bay. 200 meter landinwaarts is er ineens een gat van 55m diep tussen de grasweiden met schapen. Wij moesten 30 minuten stappen op een heuvel om aan Jack's Blowhole te komen. De zee loopt door een grot, onder het land door en wordt midden in een wei weer even zichtbaar. Bij stormachtig weer moet het echt de moeite zijn als het water tegen de rotsen omhoog spletst.
Dan reden we naar Nugget Point, waar de oudste vuurtoren van NZ staat. Hij datteert uit 1869. Vanop de vuurtoren had je een uitzicht op het diepblauwe water met raargevormde rotsen. Ze lijken op goudklompen (goldnuggets), vandaar de naam. Er lagen natuurlijk weer een aantal zeehonden, zeeleeuwen en zelfs zeeolifanten op te chillen, net als op het strand van het nabijgelegen Roaring Bay. We zagen ook een kolonie Royal Spoonbills, een vogel die je niet vlug te zien krijgt.
Vandaaruit reden we naar Kaka Point, voorbij Blaclutha tot in Milton. Daar verbleven we op een stadscamping.

Catlins




1 januari 2007
We verlieten Invercargill voor de Catlins. We reden eerst door de Awarua Wetlands, 14.000 ha moerassig gebied tot Fortrose. Daar namen we de afslag naar Waipapa Point. Hier staat een vuurtoren van in 1884. Hij werd gebouwd omdat er in 1881 de SS Tararua tegen het Otiara Reef botste. Dit was Nieuw-Zeelands 2e grootste scheepsramp in de geschiedenis. 151 passagiers en crewmembers verdronken.
Wanneer we verder reden kwamen we bij Slope Point, het zuidelijkste punt van Nieuw-Zeeland. En waarschijnlijk ook de plaatst waar we het dichtste tegen Antarctica komen, ooit.
In Curio Bay vonden we een van de meest uitgestrekste, best in tact gebleven versteend bos van 180 miljoen jaar oud. Het versteende bos is uit de tijd dat NZ nog deel uitmaakte van Gondwanaland. Hier zagen we ook onze eerste Yellow Eyed Pinguin.
In Porpoise Bay reden tot op de top van de klif voor een mooi uitkijkpunt. Net voor we een camping gingen zoeken, deden we nog een wandeling tot de McLean Falls, echt de moeite!
We verbleven op een camping die nog helemaal in opbouw was. Hier ontmoetten we een zeer vriendelijke Zuid-Afrikaanse dame, die ons uitnodigde in haar huis in Christchurch.

Tuesday, January 02, 2007

Oudejaarsavond



31 december 2006
Ter voorbereiding van nieuwjaar zijn we een aantal pintjes en champagne gaan kopen. In het Queens Park hebben we een gezellig plaatje gezocht en aten we ne goeie spaghetti. Onze twee jongens hebben daarna nog een beetje in de speeltuin kunnen spelen :). Dan op naar het feestje! Met een rugzak vol pintjes vertrokken we naar het city center. Onderweg werden we gewaarschuwd door enkele jongeren dat er een liquorban is in het centrum van de stad. Er mochten dus geen pintjes op straat gedronken worden. Maar wij deden het toch, omdat het een belachelijke regel is om op oudejaarsavond toe te passen. We vonden uiteindelijk 'The New Years Eve Party' in the street. Wat een tegenvaller! Er gingen optredens zijn van een paar bandjes, ja hallo, gewoon een man en een vrouw die een paar liedjes zongen en de muziek kwam van een cdke. Het publiek: kindjes onder 12 jaar die aan het dansen waren, lelijke en strontzatte 16-jarigen, een paar mensen in een rolstoel en ne nest gepensioneerden. Dikke ambiance! Wij gingen op zoek naar een echt feestje. Dwalend door de straten van het leeggelopen Invercargill, moesten we ons enkele malen verstoppen voor de flikken (de liquorbrigade). We werden toch bijna gearresteerd door 2 flikken, die ons hadden zien drinken van onze pintjes. Gelukkig kwamen we er met een waarschuwing vanaf. We hebben zelfs gezien dat mensen die nog maar een beetje dronken waren, werden gearresteerd. Het was zelfs nog geen 12u! Waarschijnlijk was het feestje in de gevangenis toffer geweest dan op straat! We zijn nog naar enkele clubs gaan zien, maar daar zat iedereen gewoon te praten of naar tv te kijken. Een beetje triestig gingen we terug naar het park. We zetten ons op een dekentje aan een groenverlichte fontein, met uitzicht op een roze kerk. Daar konden we onze pintjes rustig opdrinken, zonder gestoord te worden.

Bluff


30 december 2006
We reden naar Bluff. De meeste mensen zeggen dat dit het zuidelijkste punt van Nieuw-Zeeland is, maar dat is het dus niet. Ze noemen het wel 'Lands end of NZ', omdat dit de plaats is waar de State Highway 1, die vertrekt in Cape Reinga (het meest noordelijke punt), eindigt. We parkeerden ons op de 265m hoge Bluff Hill met uitzicht op de omgeving en zelfs op Stewart Island. We deden van daaruit een wandeling naar verschillende uitkijkpunten. Op de Foveaux Walk stond een gedenkteken ter ere van de 5 mensen die gestorven zijn tijdens een vliegtuigcrash in de zee tussen Stewart Island en Invercargill.
We hebben overnacht tussen de golfterreinen en cartterreinen van Invercargill, samen met onze Duitse vrienden. Het werd een gezellige avond met kampvuur.